VERGROENING VAN DE BUITENRUIMTE ROND WOONGEBOUWEN EN IN WOONWIJKEN
De buitenruimte rond woongebouwen en in woonwijken is lange tijd de sluitpost van bouwprojecten geweest. Daar willen ERA Contour en De Bloeimeesters verandering in brengen. “Een bouwperceel eerst kaal schrapen, dan bouwen en daar als laatste nog wat groen tussen planten, behoort achter ons te liggen”, stelt tuin- en landschapsarchitect en partner van groencoöperatie De Bloeimeesters Sandor Walinga.
Bianca Seekles, inmiddels Lid van de Raad van Bestuur van TBI en tot 1 september 2023 directievoorzitter van ERA Contour, beaamt deze visie: “We stellen aan het begin van het proces de vraag wat voor plek we willen maken. En in die vraag nemen we de groene omgeving nadrukkelijk mee.”
Groen moet vanaf het eerste begin onderdeel zijn van concepten en ontwerpen voor bouwprojecten, vinden Sandor en Bianca. Groen ontwerpen en bouwen heeft, simpel gesteld, de toekomst. “Helaas is dit nog niet standaard het geval”, stelt Sandor. “Er zijn nog veel projecten die beginnen met een leeg canvas. ERA Contour en wij slaan de handen ineen om ervoor te zorgen dat we anders kijken. Niet het groen wegsnoeien en dan bouwen, maar kijken wat er staat en wat er op een duurzame manier is te behouden. Hoe is de bodemgesteldheid, hoe functioneert de waterhuishouding in het bouwgebied en welke bomen en planten hakken we niet om? Van daaruit kijken we naar het bouwproject om te zien hoe je dat in kunt passen in het groen.”
Groener is gezonder
Bianca stelt dat de bouwwereld op een andere manier moet leren kijken: “De randvoorwaarden zijn nu anders dan vroeger. Neem de klimaatver- andering; we zien vaker periodes van extreme droogte en van extreme regenval. Daar moet je in je ontwerp rekening mee houden. En dat kan alleen als je het landschap betrekt in dat ontwerp. Zo kun je zorgen dat de afwatering geen problemen veroorzaakt bij hevige regenval en dat je waterbuffers hebt tijdens de droogte.
Ook belangrijk is te zorgen voor goede biodiversiteit in steden. Daar kun je een positieve rol in spelen via bouwprojecten. Ga voor je start met ont- werpen eens met de stadsecoloog om tafel zitten. Betrek de landschapsarchitect bij je verkenningsfase. Zo zorg je dat nieuwbouw niet alleen leef- baar wordt voor de mens maar ook voor de flora en fauna. En heel eerlijk: daar heeft die mens ook profijt van want een groene, natuurdiverse omgeving is een gezondere omgeving dan de stenige vlaktes die in veel steden domineren. Onze uitdaging is nieuwbouw zo te ontwerpen dat het voor mens én milieu beter wordt in plaats van slechter.”
Het corona-effect
Een grote factor voor het besef hoe belangrijk een natuurinclusieve, groene omgeving is, kwam gek genoeg in de corona-periode toen iedereen noodgedwongen thuis moest blijven, stelt Bianca. Noem dit het corona-effect als je wilt, de pandemie zorgde voor een gevoel van urgentie dat groen in de buurt noodzakelijk is:
“We waren ineens afhankelijk van het groen in onze directe omgeving. Iedereen voelde hoe belangrijk het is voor je geestelijke en lichamelijke gezondheid dat je de deur uit stapt en direct in het groen terechtkomt.”
Sandor vult aan: “We moeten de relatie tussen mens en natuur herstellen. Natuur mag niet meer iets zijn waar je naartoe rijdt om er te recreëren. Natuur moet overal om ons heen zijn, ook in onze tuinen, straten en wij- ken. De natuur zien, voelen en ruiken is gezond. En het heeft ook een breder effect: het zorgt voor verkoeling in warmere periodes en voor isolatie in koudere tijden. Maar dat werkt alleen als je bloemetjes en bijtjes niet ziet als de groene slingers die je aan het eind van je project even ophangt als feestversiering. Zie het als de basis onder een gezonde leefomgeving.”
Samenhangend biotoop
Straten, pleinen, wijken gaan zien als één samenhangend biotoop. Dat is de opgave die ERA Contour en De Bloeimeesters meegeven aan beleidsmakers, projectontwikkelaars en bouwers van nu. “En ja, daar moeten we geld voor uittrekken”, meent Bianca. “Groen moet een integraal onderdeel zijn van je planvorming. Alleen zo krijg je symbiose tussen gebouw en omgeving. Door er de groenprofessionals bij te betrekken, zorg je vervolgens ook dat er goed groen komt. We hebben niks aan monoculturen. Een wijk vol braamstruiken is op het oog wel heel groen, maar je mist die cruciale variatie die nodig is voor een gezonde groene omgeving. Dat is een omgeving die rijk is aan veel verschillende planten en dieren.” Het zijn woorden waar Sandor blij van wordt: “Wij streven naar gevarieerde natuur door de combinatie van bloemen, planten en bomen te zoeken die elkaar versterken. Dat betekent dat we gebouwen zelf betrekken bij ons groenplan. Groene daken, beplanting tegen gevels en groene binnenruimtes zijn allemaal stukjes van de groene puzzel die we aan het begin van een bouwproject met elkaar moeten leggen om aan het eind van dat project te komen tot die rijke biodiversiteit, die zorgt voor een gezond groene omgeving voor mens en dier.”
Volwassener groen
Waar dat toe kan leiden, laten Sandor en Bianca zien aan de hand van recente projecten, zoals Little C in Rotterdam. Bianca: “Er is niet veel plek in ons land, dus we moeten wat er aan ruimte is zo goed mogelijk benutten. Bij Little C hebben we gekozen voor oudere beplanting dan gebruikelijk. Wat ik er mooi aan vind, is dat we de houding ten opzichte van dit soort beslissingen zien veranderen. Eerst was het nog: wat een gedoe. Nu is het sentiment: ook in de bouw moeten we een steentje bijdragen aan de verduurzaming van de leefomgeving. We zijn ons er beter van bewust dat we het verkleinen van onze impact op de aarde niet langer voor ons uit kunnen schuiven.”
De duurzame keuzes die ERA Contour en De Bloeimeesters maken, komen volgens Bianca voort uit het idee dat je met groen ontwerpen niet alleen een prettigere leefomgeving creëert, maar ook dat je niet anders moet willen dan natuurinclusief ontwerpen en bouwen. Sandor: “En kijk daarbij vooral ook naar de waarde van bestaand groen. En als er geen bestaand groen is, kun je nog steeds andere keuzes maken dan voorheen. In Little C zie je dat het groen sneller levendig en aangenaam aanvoelt omdat er volwassener groen gepland is. Je kunt er ook voor kiezen het groen alvast aan te leggen voordat de bebouwing gereed is. Dan krijgt het groen de kans alvast te groeien. Deze keuzes vergen wel een andere manier van denken: begin niet met de gebouwen, start met het groen.”
Hergebruikte grond
Inmiddels komen er steeds meer voorbeelden van goede groene bouwprojecten. Neem Kerckebosch in Zeist. Een bosrijk complex dat herontwikkeld moest worden. De gemeente heeft vooraf gezegd: zorg ervoor dat het groen behouden blijft, projectontwikkelaars bouwen er maar omheen. “Dat zijn van die zetjes die de bouwsector nodig heeft om te veranderen”, stelt Sandor.
Tot het zover is, moeten de goede voorbeelden vooral ook breed uitgemeten worden: goed voorbeeld doet goed volgen. Neem een project als Sawa in Rotterdam. Niet alleen is er een integraal groenplan bedacht waarin gebouw en directe woonomgeving in elkaar doorlopen, het gebouw is volledig in hout opgetrokken en maakt zo dus zelf onderdeel uit van het groenplan. “Beton stoot C0² uit, hout neemt het juist op”, stelt Bianca trots. “En we zijn nóg een stap verder gegaan. We hebben de grond van het braakliggende bouwterrein afgegraven en opgevangen in big bags. Als het gebouw straks staat, komt die grond terug in de binnentuinen, op de daken en rond het gebouw. Die grond kan vervolgens weer zijn oude vertrouwde werk doen, waardoor de bestaande vegetatie snel terug kan groeien.” Sandor vult aan: “Door gebruik te maken van wat er al aan natuur is, voorkom je ook problemen die we in het verleden als lastig ervaarden. Een beschermde vleermuis op je bouwterrein is een probleem als je ervoor kiest om alles kaal te schrapen. Laat je vegetatie staan en bouw je daar omheen, dan is die zeldzame soort ineens geen probleem, want je verwoest zijn biotoop niet.”
Ook Happy Days in Zoetermeer is een fraai voorbeeld van de nieuwe groenvisie op bouwen. Bianca: “Dat is feitelijk een groen landschap met hier en daar gebouwen erin. Het voelt als een vakantiepark waar je permanent kan wonen. We hebben hier écht het landschap op één gezet. Daarmee is er dus minder privéruimte en meer gemeenschappelijk groen. Wij denken, met de ervaring uit de corona-periode in ons achterhoofd, dat dit de meest aantrekkelijke woonomgeving oplevert.”
Winst
Ondanks goede voorbeelden, stelt Sandor dat de uitdaging blijft bouwers en landschapsarchitecten zo vroeg mogelijk te laten samenwerken: “Gelukkig zijn we voorbij het idee dat je groen bezig bent als je een nestkastje en een insectenhotel ophangt. Iedereen ziet dat je een rijke variatie aan beplanting nodig hebt om te zorgen voor een gezond biotoop.” Bianca haakt hier tot slot op in door te stellen dat biodiversiteit in ieder geval niet meer als ad-on in projecten wordt gezien: “Steeds vaker is het groen integraal onderdeel van projecten. Dat kan er tegenwoordig zelfs toe leiden dat de bebouwing minder luxe wordt, omdat je die luxe terugkrijgt in de vorm van een gezondere, leefbaardere woonomgeving waarin gebouw en omgeving elkaar versterken. Architectuur wordt soberder, maar de woonomgeving wordt rijker en veelzijdiger. Dat is de winst die we bereiken voor mens én natuur.”
voorheen Directievoorzitter ERA Contour