OPINIE /// MAAK DE WAARDE VAN GROEN VOOR VASTGOEDEIGENAREN BETER INZICHTELIJK
‘Natuur moet, want natuur is goed’ lees ik overal in deze editie van Groen Bouwen en dat is ook zo. Langzaam maar zeker lijkt het besef in te dalen dat de planeet niet van ons is, maar dat we haar delen met talloze andere levende organismen. En dat ons streven naar een beter leven zich te vaak verengt tot het maximaliseren van materiële welvaart, ofwel het verzamelen van meer spullen: meer kleding, meer auto’s en meer vierkante meter vloeroppervlak.
En zo lijkt ‘de markt’ ons in haar greep te houden. ‘De consument wil nou eenmaal zoveel mogelijk vlees voor zo weinig mogelijk geld.’, hoor je de boer zeggen. Zelf wil hij best ecologisch boeren, maar de markt staat het hem niet toe, zo is het mantra. In de praktijk blijken ecologische boeren veel gelukkiger, vooral omdat ze weer bewust met hun vak bezig kunnen zijn. Ze zijn weer boer, niet langer directeur van een vleesfabriek. En omdat het steeds beter lukt om consument en samenleving uit te leggen wat de maatschappelijke waarde van het betere stukje vlees is, is ook de business case van het ecologisch boeren flink verbeterd.
De vleesconsument is ook woonconsument en ook op het gebied van vastgoed een amateur. Het valt voor hem niet mee om een nieuwe woning vanaf tekening te kopen. Doorslaggevend blijken dan het aantal vierkante meters en de artist impressions van splinternieuwe huizen omgeven door bomen van minstens 20 jaar oud. Volstrekt niet realistisch dus. Natuur moet, maar de praktijk leert dat ontwikkelaars pas echt in beweging komen als ook hun consumenten dat doen. En daar kunnen we de consument best een handje bij helpen. Bijvoorbeeld door voor hen beter inzichtelijk te maken wat ze precies kopen, wat daarvan de maatschappelijke waarde of schade is en wat naar verwachting de relatieve waardeontwikkeling op langere termijn is.
Om de consument een beetje aan de hand te nemen, maakt de voedingssector gebruik van labels als de Nutri-Score en het Beter Leven keurmerk. De labels proberen ingewikkelde onderwerpen simpel weer te geven. In die versimpeling gaat nuance verloren. Dat levert de labels veel kritiek op, maar ze werken wel! Ze maken de consumenten er op zijn minst bewust van dat hun keuzen consequenties hebben. Voor henzelf en voor de samenleving. Met een betere business case voor de ecologische boeren als resultaat. Iedereen gelukkig.
Dat investeren in kwalitatief hoogwaardig groen noodzakelijk is staat buiten kijf. Als beleggers, ontwikkelaars en bouwbedrijven dat vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid doen is dat natuurlijk prachtig, maar ook in deze editie van Groen Bouwen is dat motief te dominant. Investeren in groen is namelijk niet alleen moreel vereist, het levert ook waarde op en rendeert. Ook financieel. Niet alleen voor de samenleving, maar ook voor de consument. Daar zou in toekomstige edities van dit tijdschrift wat meer aandacht voor mogen zijn: hoe maken we inzichtelijk wat een nieuwe woning zijn eigenaar, de samenleving en de planeet nu en in de toekomst oplevert? En hoe kunnen we dat inzicht gebruiken om de waarde van groen een belangrijk onderdeel te maken van de aankoopbeslissing van de woonconsument.
Tekst: Gert-Jan Fernhout / Rebel Group
Gert-Jan Fernhout is bestuurskundige en een van de oprichters van Rebel (2002). Als adviseur helpt hij maatschappelijk waardevolle projecten financieel haalbaar te maken. Het inzichtelijk maken en maximaliseren van maatschappelijke waarde is daarvan een belangrijk onderdeel. In 2015 richtte Gert-Jan Springco Urban Analytics op, dat zich heeft gespecialiseerd in het gebruik van data om waardeontwikkeling te onderbouwen en te voorspellen. Zo waardeert Springco met behulp van data en algoritmen iedere week alle woningen in Nederland. Daarbij blijken nabijheid en kwaliteit van groen belangrijke variabelen te zijn.