INTERVIEW /// NATUURINCLUSIEF BOUWEN IS INGEWIKKELD, MAAR OOK WEER NIET

Einstein zei ooit: als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. Om de biodiversiteit te beschermen en onze ecosystemen te herstellen is een transitie in doen en denken nodig. Maar hoe bereik je dat? Een tweegesprek met Eveline Buter (Witteveen+Bos) en Cor van Gelderen (De Bloeimeesters).

Het uitzicht over Den Haag is even indrukwekkend als illustratief. Het Haagse kantoor van advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos bevindt zich op de 12e verdieping van een kantoorgebouw aan het centraal station. Beneden is het groen van en rond het Maliepark en Malieveld duidelijk zichtbaar. Toch is de dominante factor in het landschap vooral de dadendrang van de mens. De meeste ruimte is ingeruimd voor huizen, kantoren, andere gebouwen en infrastructuur. De natuur is overduidelijk in de minderheid. Een metafoor voor vrijwel alle stedelijke gebieden in Nederland en aanleiding voor dit gesprek ‘Laten we nou vooral beginnen met het integreren van natuur bij bouwprojecten. Het is tijd voor learning by doing. Hierbij moeten we durven loslaten dat nog niet alles in procedures is gegoten’, betoogt Eveline Buter, directeur bij Witteveen+Bos. Eveline is intensief betrokken bij de Agenda Natuurinclusief, als leider voor het domein infrastructuur. Agenda Natuurinclusief is een initiatief van overheden, bedrijfsleven, instellingen en burgers om zorg voor de natuur in Nederland tot één van de pijlers te maken voor beleid en handelen.


Voor Cor van Gelderen klinkt de oproep van zijn gespreksgenoot als muziek in de oren. Cor laat als tuinontwerper en beplantingsdeskundige en voorzitter van coöperatie De Bloeimeesters al decennialang zien hoe in iedere omgeving ruimte kan worden gemaakt voor natuur. ‘Meebewegen met het systeem is een goed startpunt. Weten wanneer planten en bloemen in bloei zijn, welke bomen goed samengaan en daar een slimme mix van maken. Zo houd je de stad jaarrond groen, draag je bij aan de leefbaarheid en houd je de inspanningen en kosten voor natuurbeheer in de hand.’


Doen gebeurt nog te weinig in verhouding tot de nieuwe realiteit, waarbij de biodiversiteit, bodem-, water en luchtkwaliteit duidelijk onvoldoende is. Om het natuurlijk systeem te herstellen en het zelfreddend vermogen weer te activeren is een transitie nodig. Eveline Buter: ‘Vanuit ‘Natuurinclusief ’ hameren we op twee acties. Ten eerste om natuurinclusief handelen te integreren in visies, beleid en actieplannen. In het verlengde daarvan is het tweede actiepunt om natuurinclusief werken in de scope te krijgen bij opdrachtverstrekking voor aanleg, inrichting en beheer. Dit geldt zowel voor de bouw als de infrastructuur.’

Vanuit zijn praktijkervaring benoemt Cor van Gelderen een aantal hindernissen onderweg: ‘Natuur verdwijnt nog te snel naar de achtergrond als de prijs te hoog is. Ook zie je nog te vaak quick wins, zoals nestkasten of potjes tegen de muur. Dat neigt eerder naar greenwashing dan natuurinclusief bouwen echt serieus nemen.’ Het krachtenveld in de ruimte maakt de transitie tot een lastige opgave. Kosten, ruimtebesteding en inhoudelijke complexiteit zorgen voor uitdagingen bij het integreren van natuur.

‘Vrijwel alle opdrachtgevers in de infra onderkennen de uitdagingen op het gebied van natuur en milieu en zijn oprecht gemotiveerd om positief bij te dragen. Maar de complexiteit van de opgave en nog ontbrekende kennis in deze organisaties hoe de natuur te integreren, zorgt nog te vaak dat resultaten achterblijven bij de ambitie’, ziet de Witteveen+Bosdirecteur. ‘Bij het wegnemen van deze obstakels hebben wij samen met onze collega-ingenieursbureaus een belangrijke rol. Hiervan zijn we ons absoluut bewust. Het is aan ons om opdrachtgevers te helpen bij deze kenniskloof en de creatieve oplossingen aan te dragen, om te laten zien hoe bouwen en natuur samen kunnen gaan.’

Cor van Gelderen: ‘Ja, en neem de natuur daarbij serieus. Wij Nederlanders hebben de neiging om te zoeken naar een universele oplossing voor een probleem. Dat gaat bij natuurinclusief bouwen niet werken. Er is niet één oplossing om de natuur een boost te geven. Omdat de omstandigheden verschillen en andere diversiteit wenselijk is, bijvoorbeeld. Maatwerk zorgt voor resultaat.’


De plantenkenner en auteur van meerdere standaardwerken over beplanting, vertelt over een project waarbij maatwerk onder de streep vrijwel niet zorgde voor extra kosten. ‘De zandwinning in Ochten hebben we in opdracht van de eigenaar mogen omvormen naar een stadslandgoed met bos, voedselbos en natuurrecreatie. In plaats van een zandwinning alleen, is gekozen voor het creëren van natuurmeerwaarde.’


Eveline Buter: ‘Een mooi voorbeeld, maar wel te danken aan de actie van een individuele ondernemer. We moeten ernaar toe dat de kansen voor natuurontwikkeling bij bouwen minder aan het toeval worden overgelaten. Nog te vaak wordt aandacht voor biodiversiteit gezien als afleiding van de hoofddoelstellingen. Maar: stimuleren van de natuur moet ónderdeel worden van de hoofddoelstellingen!’


Bij Witteveen+Bos merken ze dat instrumenten als de duurzame ontwerpprincipes (DOP’s) en de landschapsecologische systeemanalyse (LESA) kunnen werken als vliegwiel om aan de slag te gaan met de kansen voor de natuur. ‘Met deze instrumenten breng je in kaart hoe het natuurlijk systeem in een specifiek gebied werkt en welke kansen het biedt. Je komt zo sneller tot concrete antwoorden op de vraag: ‘wat kun je doen om binnen dat specifieke project de biodiversiteit te stimuleren?’.’

Tegelijkertijd is Eveline de eerste om te benadrukken dat het belangrijk is om de balans te bewaken tussen analyseren en actie. ‘In een wereld waarbij meerdere transities simultaan spelen, staat de beschikbaarheid van mensen en middelen onder druk. De beschikbare capaciteit moeten we absoluut inzetten om zoveel mogelijk te doen in plaats van alleen te studeren.’

Rondom de infrastructurele bouwwerken in Nederland ligt natuurruimte, die acht procent beslaat van het totaal in ons land. Veel van deze ruimte wordt nog niet of onvoldoende benut voor vergroening. ‘Vrijwel zonder uitzondering bevatten de beleidsdoelstellingen van de grote infraspecialisten ambities om de natuur en biodiversiteit te stimuleren. Dat is zeer toe te juichen. De volgende stap is het nog nadrukkelijker integreren in projecten, zodat we ook daadwerkelijk acht procent meer natuur krijgen. Om dit te bereiken is een omslag in de totale organisatie nodig.’


Complicerende factor is het karakter van de natuurruimte rond infrabouwwerken. Individuele lapjes grond, lange maar smalle stroken en uitdagende bereikbaarheid zorgen voor uitdagingen. Maar ook hier kan natuur absoluut een plek krijgen, betoogt Cor van Gelderen. ‘Zo ingewikkeld is het nu ook weer niet. Je begint gewoon bij de basis: zorg dat je het bodemleven stimuleert. Vaak is grond naast infra-objecten niet optimaal voor een vlotte vegetatie ontwikkeling. Dat is vrij eenvoudig te verbeteren, niet door te bemesten maar door mycorrhiza schimmels in te brengen. Dit zorgt voor de stimulans die planten nodig hebben om te kunnen groeien, te communiceren en water op te nemen. Dit is ook zeer effectief om stikstof vast te leggen.’ De volgende stap is om een belangrijk deel van de regie aan de natuur te laten. ‘Iedere natuur zoekt z’n niche. Soorten vestigen zich op plekken waar ze kunnen overleven. De natuur zorgt zelf dat alle ruimte en seizoenen worden benut. Daarom is het ook belangrijk om verschillen te accepteren en te omarmen. De natuur zal ons hiervoor rijkelijk belonen.’

Cor van Gelderen is afkomstig uit een kwekersfamilie, die sinds 1865 actief zijn met tuinplanten. Hij is dé tuinontwerper en beplantingsdeskundige van coöperatie De Bloeimeesters. Als kweker kent hij uit eigen ervaring de bijzondere kwaliteiten van duizenden verschillende planten. Zijn expertise wordt internationaal erkend en gewaardeerd. Voor klanten over de hele wereld ontwerpt hij bijzondere tuinen, waarbij Cor ook koningshuizen tot zijn klanten mag rekenen. Ook is hij actief als auteur en plantenfotograaf, met meerdere boeken op zijn naam. ‘Ik noem mezelf weleens gekscherend een plantenmissionaris. Mijn doel is om mensen net zo enthousiast te maken over planten en tuinieren als ikzelf ben. Het is leuk om mensen te laten zien dat je met een beetje kennis en gezond verstand samen met de natuur mooie resultaten kunt behalen. Met het oog op klimaatverandering en duurzaamheid is het belangrijk om goed te kijken naar hoe de natuur de ruimte vult en daar op door te bouwen.’

Eveline Buter vormt sinds oktober 2020 samen met Wouter Bijman en Stefan van der Biezen de driekoppige directie van Witteveen+Bos. Eveline heeft civiele techniek gestudeerd aan de TU Delft en heeft brede ervaring in Watermanagement, maatschappelijke kosten-batenanalyses en energie(transitie). Ze is bovendien betrokken geweest bij het programma ‘Ecoshape: building with nature’, waarin aannemers, adviesbureaus en kennisinstellingen sinds 2008 samen kennis ontwikkelen én projecten uitvoeren rond infrastructuur en natuur. Binnen de Agenda Natuurinclusief is Eveline leider voor het domein infrastructuur. ‘Ik wil in deze rol graag nieuwe ‘knooppunten’ tot stand brengen, waar goede en nieuwe initiatieven samenkomen. Ik voel me verantwoordelijk voor het verder brengen van de transitie ‘natuur en infrastructuur’. Want het belang is groot en de urgentie is hoog. Eigenaarschap en verantwoordelijkheid nemen vind ik belangrijke principes om verder te komen met de natuurinclusieve agenda. Daar wil ik partijen graag toe uitdagen: ga het gesprek aan met elkaar, inspireer elkaar met de mogelijkheden!’

Lees ook het artikel “STAATSLIEDENBUURT SCHIEDAM PILOT VOOR NATUURVERMEERDERENDE STEDENBOUW”

Tekst: Bart-Jan Keizer
Beeldmateriaal: Chantal de Boer-Eekelder

www.witteveenbos.com