GROEN OP GEBOUWEN BOUW JE LAAG VOOR LAAG OP

Vergroening van de bouw is een noodzaak, zegt Geert-Jan Derksen, bedrijfsleider van Joosten Ecodak B.V. Kernwoorden zijn expertise en overleg. “Een goed groen dak bouw je laag voor laag op met duurzame materialen. Daarvoor is samenwerking vanaf de eerste fase essentieel.”

Legio redenen voor groen

Er zijn veel redenen om de bouw te vergroenen, zegt Geert-Jan Derksen. Groen is natuurlijk van belang voor de biodiversiteit en klimaatadaptatie, maar ook om esthetische redenen. Hij licht toe: “Met een mooie tuin of daktuin laat je als organisatie zien waar je voor staat. En de manier waarop zo’n tuin is ingericht, kan iets zeggen over wat voor organisatie je bent, bijvoorbeeld wat traditioneler of juist creatief.” Vergroening zorgt daarnaast ook voor minder economisch-technische slijtage. Door temperatuurschommelingen vertoont bitumen op een dak zonder groen vermoeiingsgedrag: het zet uit en krimpt in, met slijtage tot gevolg. Dat leidt ertoe dat de technische levensduur van bitumen tien tot twintig jaar is. Derksen: “Uit diverse onderzoeken is gebleken dat bitumen geen vermoeiingsgedrag vertoont bij een groendak. Het groen nivelleert de temperatuursinvloeden en zo kan bitumen wel honderd jaar goed blijven. Als je uitgaat van een levensduur van een gebouw van vijftig jaar, scheelt een groendak twee keer overlagen. Dat bespaart geld, overlast en bovendien grondstoffen.”

Van boven naar beneden

Voor vergroening van een gebouw is het essentieel dat alle partijen vanaf het begin bij het proces betrokken worden, benadrukt Derksen. “Ik zeg vaak gekscherend: als je een gebouw ontwerpt, moet je bij het dak beginnen. Om twee redenen: ten eerste, als je weet wat het dak wordt, weet je wat de fundering moet dragen. Ten tweede: zo voorkom je dat het dak de sluitpost wordt. Je hebt anders het risico dat de daktuin wordt gezien als een luxe waarop bespaard kan worden. Daarom zeg ik: kies zo vroeg mogelijk voor die daktuin. Niemand beknibbelt op de fundering, doe dat ook niet bij het dak.”


Bij een groendak ga je uit van reversed engineering, legt Derksen uit. “Zo werken we altijd, bijvoorbeeld in onze samenwerking met de Bloeimeesters. Wij vragen: wat wordt het groen, gaat het om een haag, vaste planten, een Amerikaanse eik? Als we weten wat het groen wordt, kunnen we aangeven wat er nodig is, bijvoorbeeld hoeveel verzadigd gewicht per vierkante meter de constructie moet dragen. Stel je voor dat de bouwkundig architect een dak heeft ontworpen dat 500 kg per m2 kan dragen, maar er is een daktuin ontworpen met een boom die 80 cm substraat nodig heeft: dan moet het dak daar dus 800 kg per m2 dragen. Daar wijzen we dan op en dan kunnen we samen in overleg een oplossing zoeken: misschien kan de boom op een kolom, misschien moet de boom geschrapt worden, misschien moet het een struik worden. Zo help je elkaar. Samenwerking is de kern. Niemand in het proces is een eiland, er moet synergie zijn.”

Bij die samenwerking brengt Joosten Ecodak zijn expertise op het gebied van groen, watermanagement en kunststof. “Wij hebben kennis van het hele plaatje. Als er bij een groendak gekozen wordt voor een capillairsysteem, zoals bij het museumpark in Rotterdam, dan beseffen wij dat ook het substraat capillaire eigenschappen moet hebben. Dat laten we daarvoor speciaal mengen. Zonder zo’n aangepast substraat werkt het hele systeem misschien minder goed. Alles hangt aan elkaar samen. Men denkt soms te makkelijk: ‘Voor een groendak heb ik alleen een drainagemat nodig.’ Was het maar zo simpel. Er komt een stukje watermanagement bij kijken. Misschien wil je meer water vasthouden op het dak dan voor het groen nodig is: dan heb je bijvoorbeeld AquaMulti Boxen nodig, debietregelaars, klepjes, et cetera. Zodra duidelijk is wat de plannen zijn met het water op het dak, kijken wij hoe we dat kunnen realiseren en welke producten daarvoor nodig zijn. En dan is het Joosten eigen om verder te kijken zodat we een écht duurzaam dak maken. Dat betekent ten eerste: een dak dat minstens 50 jaar meegaat. Dus zorgen we voor producten die we voor vijftig jaar kunnen garanderen. Het betekent ook dat de producten duurzaam zijn in de zin dat ze een recycling-historie hebben én 100% recyclebaar zijn.”

Kennis van kunststof

De drainagebufferplaten die Joosten voor de daken gebruikt, zijn gemaakt van high impact polystyreen (HiPS), een kunststof die oneindig recyclebaar is. “EPS, dat in de bouw veel gebruikt wordt, kan drie keer gerecycled worden, maar daarna is het niet meer te recyclen tot EPS. Wij kunnen de grondstoffen van EPS gebruiken voor HiPS. HiPS is na gebruik te recyclen en zo kan de levenscyclus steeds opnieuw beginnen.” Joosten Ecodak is onderdeel van de Joosten Groep, waar ook Joosten Kunststoffen onder valt. “Met onze kennis van kunststoffen zijn we uniek onder de groenleveranciers. Toen we net begonnen, zagen we dat iedereen HDPE gebruikte voor zijn drainageplaten. HDPE is goed voor treksterkte maar niet voor druksterkte, die matten zakken na een paar jaar in elkaar. Men deed dat omdat het de gewoonte was. En nog zo’n gewoonte: de boven- en onderkant van de drainageplaten waren identiek. Geen logische gedachte, want aan de bovenkant wil je water vasthouden en aan de onderkant wil je een stabiele nop zodat de plaat stevig op de dakbedekking blijft liggen. Wij zijn dat anders gaan aanpakken. Als enige groendakleverancier die uit het grijs komt, hebben wij verregaande kennis van de geotechnische eigenschappen die de platen nodig hebben.”


Men staat wel eens kritisch tegenover het idee om kunststof te verwerken in een groendak. “We horen vaak: ‘Ja maar, dan stoppen we plastic in de ondergrond.’ Dat is niet zo, plastic is iets heel anders, daar maak je shampooflessen van. Wat wij doen: we installeren hoogwaardige kunststofproducten die ertoe leiden dat er ruimte komt voor groen en dat we daarbij op andere materialen kunnen besparen. Een laag van 3 cm kunststof kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er geen 1.20 meter groeimedium nodig is, maar nog maar tien centimeter. Vergeet niet: 1.20 m groeimedium betekent 1200 kg gewicht, dat kan bijna geen dak dragen. Je hebt dus geokunststoffen nodig om ervoor te zorgen dat de natuur zijn gang kan gaan op een betonnen of stalen dak.”

Stadstuin in Groningen

Vanwege die expertise werd Joosten Ecodak gevraagd om te adviseren en materiaal te leveren voor een dakpark in Groningen. “DUO en de Belastingdienst daar wilden een stadstuin op hun parkeergarage. Het ging om maar liefst 13.000 m2, waar later nog 6.000 m2 bij is gekomen. We zijn er al in een vroeg stadium bij betrokken. Dat bleek van groot belang, omdat we ontdekten dat het gebouw te maken heeft met een vortex: door de vorm van het gebouw draait de wind eromheen, met enorme valwinden tot gevolg. Deze zuigen als het ware aan de ondergrond. Wij hebben daar de geotechnisch ingenieurs van Geologics, partner van Joosten Concepts, bij gehaald. Op basis van berekeningen hebben we ervoor gekozen om alles te bevestigen aan een Tensar-wapening. Bij Joosten hebben we ook die kennis van grondwapening in huis.”


Op het dak bleek een hoogteverschil te zijn. “Voor zoiets kunnen we meteen een oplossing bedenken zodat het werk door kan. Hier kon het opgelost worden door aan de randen EPS aan te brengen. Onder EPS moet een drainagemat, die konden we meeleveren. Op het dak kwam bestrating. Al bij de raming wezen we erop dat er onder bestrating glijfolie moet om ervoor te zorgen dat het bitumen niet opstroopt. Veel hoveniers weten dat niet, want glijfolie is niet nodig in de losse grond. Ook daar bleek dus weer dat onze brede expertise vanaf het begin handig was.” Zo werd laag op laag ontwikkeld, tot aan het substraat, dat onder directievoering van SmitsRinsma werd aangebracht. Tot slot werd er aangeplant met het GreentoColour-concept van Griffioen, ook een partner van Joosten.

Sinds 2014 ligt er zo een prachtige stadstuin. Gebouw en omgeving verkregen daarmee de BREEAM excellent score. “Het betonnen dak onder de tuin kon 1200 kg per m2 dragen, dus er staan ook bomen op het dak”, vertelt Derksen. “De tuin is zo mooi dat mensen ernaartoe komen voor hun bruidsreportages. Omdat de tuin zich op maaiveldniveau bevindt, zijn bezoekers zich er niet van bewust dat ze op een dak staan. De trappen naar de parkeergarage verraden als enige dat het om een dak gaat. Zo mooi kan je groen verwerken in de bouw.”

Tekst: Nolanda Klunder

Beeldmateriaal: Joosten Ecodak

www.joostenecodak.nl