Groendaken en groengevels
Wie een beetje volgt wat er allemaal gaande is in de groensector, schrikt al lang niet meer op van termen zoals extensieve, semi-intensieve en intensieve groendaken. Ook parkeerdaken krijgen steeds meer functies bovenop het creëren van parkeergelegenheid.
Daar waar tot een aantal jaar geleden daktuinen en groendaken eerder uitzondering waren en mochten gerekend worden tot de eliteprojecten is daar nu een echte kentering merkbaar.
Deels omdat groendaken een belangrijke rol gaan spelen in de strategie GSVH (gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater (GSVH) die sinds 2013 in Vlaanderen van kracht is. Door de toenemende verstedelijking en klimaatveranderingen neemt het overstromingsrisico in onze gemeentes toe. De GSVH werkte een drietrapsstrategie uit: vasthouden (voor gebruik), bufferen en vertraagd afvoeren.
Groendaken spelen hierin een niet te onderschatten rol. Zowel bij intensieve als extensieve groendaken groeien de planten op een substraatlaag die het regenwater opneemt tijdens een bui. Een deel van het opgenomen regenwater zal verdampen en de rest wordt vertraagd afgevoerd. De totale hoeveelheid regenwater die afgevoerd moet worden daalt, en het piekdebiet bij een stortbui vermindert. Verder hebben groendaken een effect op rioleringen, het ecosysteem enz…
Naast de klimatologische en ecologische troeven zijn er ook minder gekende economische troeven. Isolatiewaarde, extra leefruimte, immo-waarde,
levensduurte van het dak, zijn er maar enkele van. Ook de Vlaamse Overheid stimuleert met initiatieven zoals het wegvallen van de verplichting om een regenwaterput te plaatsen indien je dak volledig uitgevoerd is als groendak.
Is je dak maar gedeeltelijk uitgevoerd als groendak, dan moet je de vierkante meters groendak niet meenemen in de berekening van de minimale inhoud van de regenwaterput.
Daarnaast zien we nog allerlei initiatieven opduiken. De huidige politieke gedachte, vertrekkende van de Europese Green Deal over de passage over inzetten op groen in de formatienota van onze huidige regering en ook reeds lokale subsidiëringsinitiatieven vertrekkende vanuit de gemeentes.
Reden genoeg om aan te nemen dat er collectief en eenduidig een richting is ingeslagen. We spraken daarover met Roger Verpoort, voorzitter departement Groendaken en -gevels, zij zien naast de bestaande initiatieven al volgende tendensen en richtingen opdagen;
- nood aan energieneutrale gebouwen (privaat, publiek, bedrijven) met mogelijk ook een toekomst en rol in het opwekken van energie
- bijsturen van bouwwijzen en concepten als antwoord op de Global Warming.
- verschijnen van eisen in de bouwvergunningen voor het realiseren van de ecologische en maatschappelijke meerwaarden
- belangrijker wordende samenwerking tussen groensector, architecten en bouwheren
- bijkomende subsidieregelingen zoals een koppeling aan een accreditatie, bijvoorbeeld: 15 euro subsidie opsplitsen in aanleg 7 euro en onderhoud 1 euro/jaar met de overheid als stimulerende instantie
En met dit alles mag men zich ook verwachten aan een bijkomende reglementering en dito controle. Vakkennis zal dan ook in steeds stijgende mate belangrijk zijn, worden en blijven.
Willen we in staat zijn gepaste antwoorden te blijven formuleren op deze groen-blauwe vraagstukken zal de hele groensector zijn kennis nog moeten vergroten.
Vandaag om blijvende en duurzame projecten te realiseren bij de schare “early adaptors”. Morgen bij een nog veel breder publiek (openbaar en privé). De uitdaging ligt dus in kennis, bewustwording en perceptie op het vlak van de meerwaarden verder te verbeteren. Organisaties zoals BFG/ FBEP, maar ook de promotiefondsen, verzekeraars, tuinaannemers zelf en zo verder zullen in de komende maanden/jaren steeds de begrippen groendaken en -gevels vaker in de mond nemen. De oplossingen die wij als groenvoorzieners aanbieden zijn er, maar zijn nog onvoldoende gekend of worden onvoldoende gewaardeerd.
Om te werken aan die bekendheid en waardering staat u niet alleen, De Belgische Federatie Groenvoorzieners (BFG-FBEP) en de Confederatie bouw (CB), Federatie groendaken en groene gevels hebben een tweetal jaren geleden besloten om intenser samen te werken. Die beslissing is het logische gevolg/reflectie van wat er zich momenteel in de realiteit afspeelt. Groenvoorziening en Bouw zijn twee activiteiten die steeds vaker hand in hand gaan. Als we kijken naar de totaalprojecten van vandaag, zien we dat dit in de meeste gevallen tuinaanleg inclusief is en dat groenonderhoud daardoor mee geschreven wordt op de opvolgingslijst van de spreekwoordelijke conciërge.¨
Daktuinen (en groene gevels) leggen uiteraard nog meer de nadruk op het belang van de samenwerking. Om het plastisch uit te drukken, de daklegger is geen groendeskundige en de groendeskundige is geen daklegger. In eerste instantie moeten die twee partijen uiteraard met elkaar kunnen praten, maar ze moeten elkaar ook aanvullen op de werf, in het aangeven van de projecteisen en zo verder. Enkele voorbeelden zijn draagkracht constructie, waterdichting, substraatlaag … maar ook toegang en veiligheid zijn zaken die moeten bekeken worden met het oog op de aanleg en het latere onderhoud.
Met deze federatie, die officieel van start gegaan is in mei om concrete werking uit te bouwen, streven we verschillende doelstellingen na. Langs ondernemerszijde willen we ondernemers goed informeren en opleiden, de dialoog faciliteren en zo verder. Met betrekking tot het onderwerp (daktuin/ groene wand) willen we meer duidelijkheid creëren door het vastleggen van minimumvereisten, standaarden, best practices en zo verder. Langs publieke kant willen we politieke beslissingsnemers verder informeren over de mogelijkheden, knelpunten en actievoorstellen rond daktuinen en verticale wanden. Als Federatie zijn we de officiële gesprekspartner tussen en met de verschillende partijen. Hierdoor zullen we ook onderwerpen aanpakken die gerelateerd zijn aan daktuinen en groene wanden. Deze onderwerpen zullen bijvoorbeeld zijn: veiligheidsnormen (klant, medewerkers), aansprakelijkheid, garantie, opleiding, onderwijs, ….
Belangrijk: Gezien het belang van deze niche voor klant en maatschappij, maar ook voor economie, tewerkstelling, milieu en zo verder zou het een monumentale vergissing zijn om deze nieuwe markt te laten inpalmen door mensen met onvoldoende kennis. Niet alleen is de niet-professional te vaak de oorzaak van concrete problemen binnen het project zelf, ze zorgen er ook voor dat de bovenliggende doelstellingen (maatschappelijk, Vlaanderen, waterbuffering, formatienota, EU …) niet worden ondersteund. Tenslotte zorgt te veel “non-professionalisme” ook voor een flinke deuk in de perceptie en zoals u weet “het duurt a lifetime om credibiliteit op te bouwen maar slechts één seconde om het af te breken.”
Tot slot, via andere organisaties staat de federatie (BFG-FBEP en CB) niet alleen voor deze taak. Zo bestaan er ook sectorale promotiefondsen (bijvoorbeeld VLAM APAQ-W), preventiediensten (zoals Preventagri), opleidingsstructuren (bijvoorbeeld CB, EDU+, MW) en zo meer om ons te ondersteunen.
Als concrete actie kunnen we reeds meegeven dat binnen de jaarlijkse beroepenwedstrijd in de tuinsector (zowel in Vlaanderen als Wallonië) een aparte categorie ’daktuinen’ zal worden gecreëerd. De link met bewustwording creëren moet u hierin niet ver zoeken. Met de Federatie wijzen en verwijzen we naar vraag en aanbod. Succes met het volgen van opleidingen.