Landschapsaannemer Krinkels nv / de duurzaamheidsbeginselen
Over hun eigen aanpak van de duurzaamheidsbeginselen
De wereld heeft de mond vol van het woord vergroening, en al zeker in de nasleep van de klimaattop in Glasgow. Hoe werken groenbedrijven dezer dagen mee aan de vergroening, vroegen we ons af, en zo kwamen we terecht bij het van oorsprong Nederlandse Krinkels, een landschapsaannemer die al decennialang aanleg- en onderhoudsprojecten uitvoert in zowel openbare als private ruimtes.
Krinkels is bijzonder relevant omdat dit gaat om een waarlijk grote speler in onze sector, die met zijn meer dan 600 medewerkers actief in België, en daarnaast Europees actief is in (vooral) Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Omdat Krinkels werkt met verschillende partijen en contractvormen (PPS- of DBMF-projecten) en strategisch georganiseerd is in meerdere depots en vestigingen die regionaal gespreid zijn, is dit in de groensector een onderneming die voor anderen ‘richtinggevend’ kan genoemd worden.
Johan De Leener, directeur Facility en Materieelbeheer, is uitstekend geplaatst om te schetsen wat het bedrijf tot dusver al heeft gedaan en wat er in de nabije toekomst nog te gebeuren staat. Tijdens het interview wordt duidelijk dat de vergroening bij Krinkels veel ruimer moet gezien worden dan louter de aanpak van enkel het machinepark, dat eerst ter sprake komt. “We zetten heel sterk in op het verjongen van het machinepark, daar zijn we eigenlijk constant mee bezig. Het grootste deel van het machinepark mag dan nog hoofdzakelijk werken op dieselmotoren, maar die zijn minstens Euro 6 of Stage 5, wat een groot verschil maakt met vroeger”, opent hij. “We hechten daarnaast ook veel belang aan het voorzien van de juiste dimensionering van de motoren en de machines. Neem nu het maaiwerk voor gemeentes met tractoren en zuigwagens, een soort werk dat we heel vaak uitvoeren. Dan zal je merken dat bij ons de overbrenging van de tractor naar de zuigwagen op een zo laag mogelijk toerental geschiedt. Dit is ecologisch veel verantwoorder en uiteraard scheelt het flink wat op het vlak
van brandstofverbruik.
Elektriciteit is hét alternatief
Onze gesprekspartner benadrukt dat het gebruik van fossiele brandstoffen wel degelijk een aflopend verhaal is. Waar mogelijk zoekt men naar alternatieven en kijkt men, uiteraard, in de eerste plaats in de richting van het gebruik van elektriciteit. “Als dat kan, werken we elektrisch, maar helaas is dit technisch dikwijls nog beperkt. Momenteel hebben we onze eerste drie elektrische bestelwagens besteld, maar qua autonomie en trekvermogen presteren die nog bescheiden. Het gebruik voor veel van onze ploegen voor, bijvoorbeeld, stedelijk onderhoud – en dus met zitmaaier en aanhangwagen – blijft toch relatief klein. Deze drie die in januari worden geleverd zullen enkel gebruikt worden zonder aanhangwagen of hooguit met een kleinere aanhangwagen.” “Een bijkomende uitdaging vormt het elektrisch opladen van de voertuigen. Heel veel van onze arbeiders rijden momenteel nog met hun voertuig naar huis, maar niet iedereen heeft de mogelijkheid om thuis te laden. Dit betekent dat we ook onze depots aanpassen en onze structuur herorganiseren. We zijn actief in heel België, maar richten nu ook lokalere depots op om alles te kunnen organiseren. Je ziet ons dus voortaan op plaatsen als Zedelgem, Gosselies, Erpe-Mere,… Met deze depots ondersteunen we de laadcapaciteit verder, zodat mensen hun elektrisch materiaal daar kunnen laden. Ik hoef niet uit te leggen dat je zo naar een totaal andere manier van werken evolueert.” Johan De Leener stelt ook dat het verder gaat dan louter het rollend materieel dat bij klanten wordt ingezet. Ook de vloot bedrijfswagens ontsnapt
niet aan de elektrificatie.
“We kunnen nog niet alles omswitchen, maar waar de mogelijkheid bestaat bij ploegen om elektrisch te werken, sturen we in die richting. Ook bij onze personenwagens trekken we heel duidelijk de kaart van het elektrische verhaal. Concreet betekent dit dat wie dat kan, elektrisch moét rijden. Enkel wie niet de mogelijkheden heeft, kan nog beperkt kiezen voor hybride.” “Buiten het wagenpark zal je merken dat we ook volop inzetten op de plaatsing van zonnepanelen
op de eigen depots. Daarnaast is ook de installatie van laadpalen en laadkasten in volle ontwikkeling. Je mag niet vergeten dat er meer komt bij kijken dan zomaar het neerpoten van dit alles. Om het te illustreren met een voorbeeld: voor het laden van alle accu’s van machines moet je de nodige laadinfrastructuur voorzien en
dus de hele elektrische installatie aanpassen. Dit betekent onder meer dat je ook goed moet uitwerken op het vlak van brandveiligheid, iets waar we volop mee bezig zijn. Daarom bestelden we nu onze eerste drie brandwerende kasten met detectiesysteem, zodat het laden totaal brandveilig gebeurt.”
Inspelen op vragen van klanten
De vraag is eveneens hoe men een en ander communiceert naar de klanten toe. En hoe men omgekeerd inspeelt op de vragen van klanten. “Er is een duidelijk verschil in vraag, zeker als je een onderscheid maakt op het vlak van landen. Zo is men in Nederland al zeer sterk bezig met de zogenaamde CO2-prestatieladder, wat veel minder leeft in België. Een uitzondering daarop in België was wel een dossier van De Lijn dat we binnenhaalden, waar men hier heel hard op inzette.”
“Er wordt duidelijk meer en meer gevraagd om elektrisch te werken, zeker bij steden en gemeentes. De meeste vragen draaien rond het inzetten van accumachines of om het elektrisch uitvoeren van bepaalde taken. Dit is dan vooral een verhaal van kleinere elektrische handgereedschappen, die in stedelijk gebied ook een stiltevoordeel hebben. Ook hier begonnen we al twee, drie jaar geleden met het inrichten van de eerste bestelwagens met eigen zonnepanelen op het dak, met in de wagens zelf het voorzien van een Li-ion batterijpakket. Dit batterijpakket wordt opgeladen door een combinatie van zonnepanelen op het dak met de alternator van het voertuig en extern laden via het stopcontact. Op deze manier genereren we voldoende capaciteit voor het laden van accu’s.” “Deze bestelwagens kunnen autonoom werken, al gaat het wel nog om Euro 6 dieselvoertuigen. Dieselvoertuigen die wel niet langer klassieke brandstof nodig hebben voor de accumachines.
Ze moeten ook niet naar een depot rijden om op te laden en kunnen thuis het stopcontact gebruiken.”
En hoe zit het dan in het bedrijf zelf?
“De batterijen worden momenteel nog niet gebruikt in het bedrijf zelf, wel bij het multisite onderhoud. Waar we daarnaast sterk mee bezig zijn, is de routeoptimalisatie. We berekenen nauwkeurig hoe we onze mensen zo weinig mogelijk kilometers laten rijden, zodat er een win-winsituatie ontstaat, zowel voor ons bedrijf als het klimaat.”
Op de site lezen we onder meer dat Krinkels zwaar inzet op ecologische onkruidbestrijding. Of de heer De Leener daar wat meer uitleg over kan geven?
“We zijn met heel veel systemen bezig, ook afhankelijk van het toepassingsgebied. Al tien jaar geleden begonnen we met de bestrijding via het gebruik van heet water, de zogenaamde WAVE of Heatweed. Daarnaast doen we heel vaak aan onkruidborstelen op verharde oppervlakken en schoffelen we waar mogelijk op halfverhardingen, zoals dolomiet. Wat ook gebeurt, is het onkruidbranden, maar het allerbelangrijkste is dat we merken hoe meer en meer besturen of
klanten sturen naar een aanleg waarbij minder nood bestaat aan onkruidbestrijding. Zo voorziet men in ontwerpen bijvoorbeeld minder naden en voegen, zodat er minder onkruidbestrijding nodig is en op sommige plaatsen worden zaken aangebracht, specifiek in functie van het onderhoud.”
“Bekijk je het sturen van de klant nog ruimer, dan wijs ik onder meer op ons promoten van mulchen. Een zitmaaier met elektrische opvang bestaat nog niet, dus is de meest ecologische oplossing wijzen op het feit dat alles opvangen helemaal niet hoeft. In Nederland begrijpt men dat heel goed, daar mulcht men 90 %, maar in België zijn de cijfers mulchen-opvang net omgekeerd. Dus blijven we klanten en lokale besturen op dit mulchen wijzen, ook dit is immers een verhaal van ecologisch optimaliseren!”
Sportvelden
Het interview slaat vervolgens de richting in van een ander onderdeel waar Krinkels sterk in is: het onderhouden van sportvelden. “Als we specfiek kijken naar de aanpak van sportvelden, dan merk je een heel sterke inzet op het veranderen van het beheer. Daar worden nu bewerkingen gedaan die zorgen voor minder nood aan gebruik van fytoproducten om onkruid te bestrijden. Zo wordt er meer doorgezaaid en af en toe doorgereden met machines die verluchten maar met schijven om de paar cm, waarmee onkruid wordt doorgesneden. Het beheer wordt echt aangepast, zodat er minder onkruidgroei komt en gras sterker gemaakt wordt.”
“We testen trouwens volop Violetonkruidbestrijding. Dit gaat om een kleine robot die over een voetbalveld rijdt en onkruid detecteert. De robot boort het uit en laat het iggen en heeft op 24 uur tijd een doorsnee voetbalveld afgewerkt. We zetten het inmiddels in op een aantal pleinen, met bemoedigende resultaten. Op sportterreinen krijgen deze robots overigens assistentie van klassieke maairobots van Belrobotics.”
Duurzaamheidscharter
De slotvraag is er een naar wat de toekomst brengt voor Krinkels. Hierbij wijst Johan De Leener vooral op een project dat men volop aan het uitwerken is. Voor het opstellen van een plan omheen duurzaamheid en sustainability werd het Utrechtse bedrijf Sustainalize onder de arm genomen. “Sustainalize stelt samen met ons een algemeen duurzaamheidscharter op. Samen bekijken we hoe we de zaken kunnen optimaliseren. De samenwerking begon enkele maanden geleden en het is de bedoeling dat het charter er komt in de loop van 2022. Het is nog te vroeg om het specifiek te hebben over de doelstellingen die aan het charter zullen vasthangen, maar zeker is wel dat we zo ambitieus mogelijk zullen zijn.” “Daarnaast heeft Krinkels ook ingetekend op Green Deal Sportdomeinen, van de Vlaamse
Overheid. Bedoeling is om de toepassing van de Violet-onkruidbestrijding op de sportterreinen zo breed mogelijk uit te rollen, en de lokale besturen en sportclubs op dat vlak maximaal te sensibiliseren en aan kennisoverdracht te doen.”
Info: www.krinkels.be